Vers brood (Nederlands)
Soundtrack: Orishas - Ausencia
Het was een mooie ochtend, de zon scheen, stralend en lachend. Het licht kwam naar binnen door de gaatjes van de rolluiken en probeerde zich te infiltreren in het huis. Hij stond op en toen hij zijn ogen open deed, zocht hij haar. Hij keek naar links, hij keek naar rechts… Niks! Met die rustige looppas die typisch is voor mannen die een bepaalde leeftijd hebben bereikt na veel gewerkt en gelopen te hebben, liep hij door het huis en schreeuwde de naam van zijn vrouw. Deze naam verliet zijn lippen op een schorre, ruwe manier en zonder die glans die hem vroeger kenmerkte. Zelfs dit mooie woord had de magie, die toverkracht verloren die het wel had in de tijd dat ze elkaar ontmoetten. Die zachte, zoete en melodische randjes aan haar naam die hem vroeger aan het grijnzen brachten, waren nu verdwenen.
Waar zou ze zijn? Allerlei rare gedachten vielen op dit moment zijn hoofd binnen. De foto’s van hun jeugd samen, de foto’s van hun bruiloft, ze zwierven allemaal rond in de geest van deze man, die door velen werd bewonderd voor het respect en liefde waarmee hij zijn vrouw behandelde. Het stel stond altijd bekend om het geluk dat ze uitstraalden, maar dat geluk was nu niets meer dan een herinnering van een ver verleden. Wat was met die liefde en geluk gebeurd? Waar was dat respect naartoe gegaan? Terwijl hij haar zocht, werd zijn hoofd steeds zwaarder door het denken aan al die herinneringen van het lange leven dat ze samen hebben doorgebracht.
Hij deed alle deuren open en riep, maar geen teken van haar. Ze was dus niet thuis. Zou ze hem hebben verlaten, zoals ze zo vaak had bedreigd? Zijn geweten werd nu overvallen door dit idee. Vooral na de heftige discussie van de avond ervoor, had hij geen twijfels meer. Ze had hem verlaten! Een mix van gevoelens verspreidde zich snel door zijn uitgeputte lichaam. Aan de ene kant, een schuldgevoel, want hoewel zij al lang dreigde weg te gaan, wist hij dat hij de avond ervoor te ver was gegaan. Opeens zag hij weer alles voor zich, daar aan tafel rond etenstijd. Dat moment dat hij tegen haar zei dat ze mocht vertrekken, die schreeuwen gevuld met woede. Voor het eerste in de lange jaren die ze elkaar kenden, zag hij schrik en angst in haar ogen. Alsof het nog niet genoeg was, voegde hij er nog aan toe dat ie haar niet nodig had, dat de enige reden waardoor ze bij hem was gebleven was om hem te plagen en uit te lachen. Hij kon best zonder haar… Ze gaf geen antwoord, stond op en begon de keuken op te ruimen.
Aan de andere kant, een gevoel van angst begon de rest van zijn spieren te verlammen. Ja, want na zoveel jaren aan het werken op dat autofabriek, kon hij niet meer zeggen dat zijn spieren volledig functioneerden. Het was angst, hij was bang voor een toekomst zonder haar. Diep in zijn hart wist hij dat hij veel van haar hield, ook al was het jaren geleden dat hij het tegen haar zei. Hij wist dat hij niet zonder haar kon. Hij had nooit geleerd hoe hij moest koken, of wassen, of poetsen. Zij was heer en meester in dat huis zonder vreugde, maar wel altijd schoon en opgeruimd. Hij wist niet eens hoe het fornuis werkte. Hoe moest het nou verder, zonder haar? Hoe zou het met hem gaan, alleen, oud en levensmoe?
Al deze gedachten, gevoelens en angsten waren verwarrend. Hij besloot te gaan zitten, aan de keukentafel, waar de ruzie had plaatsgevonden. Terwijl hij naar de tuin keek, ontsnapte een traan uit zijn bejaarde blik. Het was een traan op de vlucht, die door niemand gezien mocht worden. Op het moment dat de traan via de kin zijn gezicht verliet en het blad van de tafel aanraakte, hoorde hij het geluid van een deur die openging. Hij stond op. Ze liep de keuken binnen met die glimlach die vastgeplakt zat op haar gezicht. Al die gedachten die hem hadden overvallen minuten geleden, vlogen snel weg via de achterdeur van zijn geest. Hij keek haar aan met dat misselijke gezicht dat tangodansers trekken als ze de muziek horen en vroeg haar, boos:
- Waar was je? Ik heb de hele ochtend naar je gezocht!
Ze antwoordde, rustig en zacht:
- Ik was vers brood gaan halen, dat je zo lekker vindt…
Het was een mooie ochtend, de zon scheen, stralend en lachend. Het licht kwam naar binnen door de gaatjes van de rolluiken en probeerde zich te infiltreren in het huis. Hij stond op en toen hij zijn ogen open deed, zocht hij haar. Hij keek naar links, hij keek naar rechts… Niks! Met die rustige looppas die typisch is voor mannen die een bepaalde leeftijd hebben bereikt na veel gewerkt en gelopen te hebben, liep hij door het huis en schreeuwde de naam van zijn vrouw. Deze naam verliet zijn lippen op een schorre, ruwe manier en zonder die glans die hem vroeger kenmerkte. Zelfs dit mooie woord had de magie, die toverkracht verloren die het wel had in de tijd dat ze elkaar ontmoetten. Die zachte, zoete en melodische randjes aan haar naam die hem vroeger aan het grijnzen brachten, waren nu verdwenen.
Waar zou ze zijn? Allerlei rare gedachten vielen op dit moment zijn hoofd binnen. De foto’s van hun jeugd samen, de foto’s van hun bruiloft, ze zwierven allemaal rond in de geest van deze man, die door velen werd bewonderd voor het respect en liefde waarmee hij zijn vrouw behandelde. Het stel stond altijd bekend om het geluk dat ze uitstraalden, maar dat geluk was nu niets meer dan een herinnering van een ver verleden. Wat was met die liefde en geluk gebeurd? Waar was dat respect naartoe gegaan? Terwijl hij haar zocht, werd zijn hoofd steeds zwaarder door het denken aan al die herinneringen van het lange leven dat ze samen hebben doorgebracht.
Hij deed alle deuren open en riep, maar geen teken van haar. Ze was dus niet thuis. Zou ze hem hebben verlaten, zoals ze zo vaak had bedreigd? Zijn geweten werd nu overvallen door dit idee. Vooral na de heftige discussie van de avond ervoor, had hij geen twijfels meer. Ze had hem verlaten! Een mix van gevoelens verspreidde zich snel door zijn uitgeputte lichaam. Aan de ene kant, een schuldgevoel, want hoewel zij al lang dreigde weg te gaan, wist hij dat hij de avond ervoor te ver was gegaan. Opeens zag hij weer alles voor zich, daar aan tafel rond etenstijd. Dat moment dat hij tegen haar zei dat ze mocht vertrekken, die schreeuwen gevuld met woede. Voor het eerste in de lange jaren die ze elkaar kenden, zag hij schrik en angst in haar ogen. Alsof het nog niet genoeg was, voegde hij er nog aan toe dat ie haar niet nodig had, dat de enige reden waardoor ze bij hem was gebleven was om hem te plagen en uit te lachen. Hij kon best zonder haar… Ze gaf geen antwoord, stond op en begon de keuken op te ruimen.
Aan de andere kant, een gevoel van angst begon de rest van zijn spieren te verlammen. Ja, want na zoveel jaren aan het werken op dat autofabriek, kon hij niet meer zeggen dat zijn spieren volledig functioneerden. Het was angst, hij was bang voor een toekomst zonder haar. Diep in zijn hart wist hij dat hij veel van haar hield, ook al was het jaren geleden dat hij het tegen haar zei. Hij wist dat hij niet zonder haar kon. Hij had nooit geleerd hoe hij moest koken, of wassen, of poetsen. Zij was heer en meester in dat huis zonder vreugde, maar wel altijd schoon en opgeruimd. Hij wist niet eens hoe het fornuis werkte. Hoe moest het nou verder, zonder haar? Hoe zou het met hem gaan, alleen, oud en levensmoe?
Al deze gedachten, gevoelens en angsten waren verwarrend. Hij besloot te gaan zitten, aan de keukentafel, waar de ruzie had plaatsgevonden. Terwijl hij naar de tuin keek, ontsnapte een traan uit zijn bejaarde blik. Het was een traan op de vlucht, die door niemand gezien mocht worden. Op het moment dat de traan via de kin zijn gezicht verliet en het blad van de tafel aanraakte, hoorde hij het geluid van een deur die openging. Hij stond op. Ze liep de keuken binnen met die glimlach die vastgeplakt zat op haar gezicht. Al die gedachten die hem hadden overvallen minuten geleden, vlogen snel weg via de achterdeur van zijn geest. Hij keek haar aan met dat misselijke gezicht dat tangodansers trekken als ze de muziek horen en vroeg haar, boos:
- Waar was je? Ik heb de hele ochtend naar je gezocht!
Ze antwoordde, rustig en zacht:
- Ik was vers brood gaan halen, dat je zo lekker vindt…